Ook de kunst kreeg een democratische taak

Het rijk is vanouds een belangrijke speler in de wereld van de kunst. Het is nog niet zo lang geleden dat architectuur, schilder en beeldhouwkunst afhankelijk waren van opdrachten waarbij macht en kapitaalkracht innig verbonden waren. In oudere delen van het Binnenhof kijkt de hoge adel in olieverf op ons neer. Gereserveerde poses, kleding en versierselen benadrukken hun maatschappelijke positie. Ook de context is stilistisch gecodeerd. Voorname architectuur die nu als klassiek te boek staat stamt doorgaans uit Napoleontische tijden, met duidelijke reminiscenties aan het Romeinse keizerrijk, maar de grandeur van reusachtige pilaren en trappartijen (zoals het Amerikaanse Capitool) heeft hier nauwelijks gestalte gekregen.

Voorpublicatie Hofboek II – Gebruik van het Binnenhof

Auteur | Hendrik van Leeuwen

Nederland, dat kleine landje aan de zee, is uniek vanwege het burgerlijke karakter dat al in de middeleeuwen gestalte kreeg. Het evenwicht tussen adel, kerk en koopmansstand en tussen verschillende geloven wordt al eeuwen zorgvuldig bewaard. Uiterlijk vertoon wordt in principe vermeden, maar eigenlijk kwam dat pas na de Tweede Wereldoorlog goed naar voren, toen men vanuit een gezamenlijk streven de wederopbouw ter hand nam. De AOW werd ingevoerd, kinderarbeid werd afgeschaft, de woningbouw werd gesocialiseerd en ook de kunst kreeg een democratische taak.

Tijdgeest

“Kunstenaars hebben een antenne voor de tijdgeest,” zei Willem Sandberg, de legendarische directeur van het Stedelijk Museum (1945-1963). Hij begreep dat Cobra-kunstenaars met hun rauwe kwaststreken protest aantekenden tegen oorlog als oplossing voor problemen. Hun utopische vergezichten en de remedie om terug te grijpen op ‘het spelende kind’ werden met de nodige argwaan ontvangen, vooral omdat de vormgeving een shockerend effect had, maar hun ideeëngoed was veel algemener dan vaak wordt gedacht. Het geluid van heimachines was overal te horen. Groene tuinsteden met kleuterscholen, kinderspeelplaatsen en kunstprojecten schoten uit de grond. De generatie van de babyboomers werd met ieders inzet welkom geheten.

Kunst kreeg gestructureerde ondersteuning. De Beeldende Kunst Regeling (beter bekend als Contraprestatie) garandeerde van 1956-1987 een basisinkomen in ruil voor een aandeel in de productie van kunstwerken. Zware bezuinigingen ten tijde van het kabinet Lubbers en het sneuvelen van de BKR nemen niet weg dat die erfenis nog altijd dominant aanwezig in de depots van overheden. Ook de Tweede Kamer bezit een aanzienlijke BKR-collectie, waaruit politici en medewerkers mogen kiezen om hun werkkamers te verlevendigen. Bekende namen zoals Armando, Constant en Corneille zijn nog altijd populair, maar het verzamelen staat niet stil. Gestaag worden er aanwinsten toegevoegd, zoals ‘The Second Prospect’, een klein onderdeel van de fotografische projecten van Sylvie Zijlmans. Dergelijk werk wordt vaak gebruikt om vergaderzalen in een eigentijdse sfeer te brengen. De kunst blijft haar terrein verleggen en het is goed dat het parlement daar deelgenoot van is.

Prominente plekken

Deze publicatie kan de brede kunstcollectie slechts visueel aanstippen. Elke greep hieruit is noodgedwongen indicatief. Daarentegen wordt ruim aandacht besteed aan werk dat prominent aanwezig is in gemeenschappelijke ruimtes. Vaak gaat het om gezichtsbepalende kunstwerken zoals de kleurrijke schilderijen van Rudi van de Wint in de plenaire zaal van de Tweede Kamer, die de komende jaren wordt gerenoveerd. 

Televisiecamera’s worden bijna uitsluitend gericht op gebeurtenissen in de arena van de politiek in de Tweede Kamer. Andere instituten opereren meer in stilte maar zijn niet minder belangrijk in het staatkundige bouwwerk dat in de negentiende eeuw werd opgetrokken. De Eerste Kamer en de Raad van State hebben een eigen taak in het systeem van ‘checks and balances’. Ook deze meer behoedzame en afgewogen rol wordt door kunstopdrachten verbeeld. De fundamentele schilderijen van Tomas Rajlich vertolken het bezonken karakter van de Raad van State. Het goudgele viltwerk van Varone & Copier roept een landschappelijke gezamenlijkheid op in de entreehal van de Eerste Kamer.

Zonder titel, Tomas Rajlich, 1996.
Locatie · Volle Raadzaal, Raad van State, Binnenhof, Den Haag.
Collectie · Rijkscollectie Percentagekunst.


Driedelig viltwerk Finestre sui campi,
Anneke Copier & Claudio Varone, 2011.
Locatie/collectie · Eerste Kamer der Staten-Generaal, Binnenhof, Den Haag.  


Percentageregeling

Hoewel de ruimtelijke context in deze publicatie slechts summier wordt aangestipt, is zij een factor van belang. Bij alle grote (ver)bouwprojecten is de zogeheten Percentageregeling van kracht. Sinds 1951 wordt een aanzienlijk bedrag – tegenwoordig tussen de 0,5 en 2 procent van de bouwkosten of het aankoopbedrag – aan kunst besteed. Esthetische en ideële overwegingen speelden in gelijke mate een rol. Het uitgangspunt was om kunstenaars aan het werk te helpen in de wederopbouwtijd en daarmee Rijksgebouwen te verfraaien. Deze combinatie van motieven bleek zo vruchtbaar dat de Percentageregeling nog altijd wordt toegepast.

De regeling geldt voor alle Rijksgebouwen: de kantoren en gevangenissen, rechtbanken en ministeries. Voorheen gold dat ook voor rijksuniversiteiten, musea, PTT-gebouwen en politiebureaus. Aanvankelijk lag de nadruk op kunst die aan het gebouw verankerd was, zoals het gevelreliëf van Gerard Höweler bij het Binnenhof. Tegenwoordig worden er ook meer losse kunstwerken gerealiseerd, waarbij andere media zoals fotografie en film een rol spelen. Het werk van Sanja Medic in de Tweede Kamer is een goed voorbeeld. Ook tijdelijk werk en sociale projecten vallen nu onder de regeling.

Zorgvuldige procedure

De procedure bij kunstopdrachten vanuit de Percentageregeling is zo zorgvuldig mogelijk. Het gaat immers om gezichtsbepalende plekken en vaak om aanzienlijke budgetten. Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) neemt het voortouw en stelt een kunstcommissie samen waarin meerdere partijen zitting nemen. Samen met de architect, de projectleider en de gebruikers van het gebouw wordt besproken waar behoefte aan is. Gaat het om de herkenbaarheid van een plek? Staat de identiteit van de gebruiker voorop? Of wil men vooral de interactie tussen medewerkers bevorderen? Op basis van dergelijke criteria wordt een longlist van kunstenaars opgesteld. Mogelijkheden worden gewikt en gewogen, soms moet er weerstand worden overwonnen, maar uiteindelijk komt men gezamenlijk tot een shortlist van kunstenaars die een schetsopdracht krijgt. Na een persoonlijke presentatie van deze schetsen en een inhoudelijke bespreking, wordt een definitieve keuze gemaakt en krijgt één kunstenaar opdracht zijn schetsontwerp verder uit te werken. Pas als dit ontwerp wordt goedgekeurd, kan het werk uitgevoerd worden.

De oude samenhang tussen macht en kapitaalkracht is dus vervangen door een democratisch proces van geleidelijke besluitvorming. Het RVB stuurt alles in goede banen met behulp van kunstadviseurs. Zij worden geselecteerd op basis van hun verdiensten en staan meestal met beide benen in de hedendaagse praktijk. Daardoor komen actuele kunstontwikkelingen ook aan bod. Maar deze kunstadviseurs van het RVB hebben niet het laatste woord. Pas als er voldoende draagvlak is bij de gebruiker wordt een voorstel gerealiseerd.

Een zee van marmer, Marleen Sleeuwits · 2021. In dit kunstwerk reflecteert de Statenhal van de Tweede Kamer als herinnering aan het Binnenhof. Locatie · Tijdelijke huisvesting Tweede Kamer der Staten-Generaal, Den Haag.


Moeder van de kunst

“De kunst draagt zeker bij aan een prettiger werkklimaat,” schrijft Annemarieke Leendertz namens het RVB, “maar vaak is het bereik nog groter omdat er ook aan de omgeving wordt gedacht. Als een kunstwerk bij de entree van een gebouw wordt gerealiseerd, komen bezoekers, omwonenden en passanten er eveneens mee in aanraking.” Een kunstwerk dat via de Percentageregeling tot stand is gekomen, blijft in alle gevallen eigendom van de Rijksoverheid. Er wordt een gebruikersovereenkomst opgesteld, waarbij het RVB verantwoordelijk blijft voor onderhoud en beheer. Het doel is om deze kunst altijd zichtbaar te houden op een specifieke locatie. Er is zelfs geen depot om objecten tijdelijk uit de roulatie te nemen. Daarom moesten er vanwege de jarenlange verbouwing van het Binnenhof diverse tussenoplossingen worden bedacht.

Een belangrijke spilfiguur bij dit alles is Hasna Bajraktarevic. Zij beheert de gehele kunstcollectie van de Tweede Kamer – met alle deelcollecties van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Rijksvastgoedbedrijf en musea – die werkkamers en vergaderzalen een persoonlijker aanzien geeft. Sinds haar aanstelling in 2005 zijn daar geleidelijk andere taken bij gekomen. Zij staat direct in contact met de gebruikers en hoort wat zij denken. Anderzijds is zij opgeleid aan de kunstacademie en kent zij de beroepspraktijk van binnenuit. “Ik kan beeldend denken,” zegt ze over haar rol als intermediair tussen vraag en aanbod. Zij heeft een belangrijke adviserende rol en iedereen is daar blij mee. Met een vrolijke knipoog omschrijft ze zichzelf als ‘de moeder van de kunst’ op het Binnenhof.


Beeld bovenaan ↑ Detail portret van Winston Churchill (1874-1965), Max Nauta (1896-1957). Collectie · Tweede Kamer der Staten-Generaal, Den Haag.


Gebruik van het Binnenhof, nú verkrijgbaar

Dit vind je misschien ook leuk

Unieke verkenningstocht

Verleden van het Binnenhof. Het eerste deel van een serie prachtige salontafelboeken uitgegeven door Document voor een Monument…
Stampij op de stapelplaats

Stampij op de stapelplaats

Ooit, toen de Ridderzaal nog bekend stond als de “Groote Zaal”, werd daar handelgedreven. Er was geen betere…
Herinnering aan het Binnenhof

Herinnering aan het Binnenhof

Interview Menno de Bruyne | SGP Fractievoorlichter Zijn, inmiddels tiende, werkkamer op het Binnenhof kijkt uit op de…

Dansen op Lange Poten

Toen in 1935 het spel Monopoly op de markt kwam, was het vanzelfsprekend dat de Lange Poten opgenomen…