Heldin Amalia van Solms-Braunfels – Ten voeten uit en gekleed in vol ornaat

Amalia was de dochter van Johan Albrecht I van Solms-Braunfels, het neefje van Willem van Oranje. Vermogend was zij niet. Mede dankzij de verbintenis met het huis van Oranje lukte het Amalia toch om een goed huwelijk te sluiten; in 1625 trouwde zij met opvolgend stadhouder Frederik Hendrik. Zij hadden elkaar in Den Haag leren kennen, waar Amalia hofdame was van de Engelse Elizabeth Stuart.

Al bij de eerste ontmoeting was er een vonk overgeslagen en er ontstond een liaison. Toen stadhouder Maurits van Oranje, de halfbroer van Frederik, op sterven lag, werd het tijd dat erfgenaam Frederik zich in de echt verbond en zelf voor erfgenamen ging zorgen. Over de perfecte huwelijkskandidate hoefde Frederik geen twee keer na te denken – het moest en zou Amalia worden, niemand anders dan zijn Amalia, met wie hij toch al een innige relatie had, en die bovendien een onberispelijke stamboom kon tonen. Zo geschiedde. En jawel, erfgenamen kwamen er: Amalia kregen samen maar liefst negen kinderen.

Bloeiperiode

Door haar huwelijk werd zij de echtgenote van de nieuwe stadhouder, Frederik Hendrik. De ambitieuze Amalia wilde méér dan een plaats aan de zijlijn; zij mat zich koninklijke allures aan en zocht aansluiting bij de grote Europese vorstenhuizen. Een prinsdom in Zuid-Frankrijk en de titel ‘Prins van Oranje’ gaven het stadhouderlijke koppel een passend monarchaal tintje en in heel Europa gingen paleisdeuren voor hen open. Amalia’s ambitie is terug te vinden in de vele portretten die zij liet schilderen en in de uitbundige paleizen die zij liet bouwen. Dankzij Amalia beleefde het Haagse hofleven een bloeiperiode: het Binnenhof werd een van de meest glorieuze hoven van Europa, maar het hoogtepunt van de hofcultuur was haar zomerresidentie, Huis ten Bosch. 

Portret van Frederik Hendrik (1584-1647), prins van Oranje met zijn vrouw Amalia van Solms (1602-1675) en hun drie jongste dochters Albertina Agnes (1634-1696), Henrietta Catharina (1637-1708) en Maria (1642-1688). Gerard van Honthorst (1592 – 1656), ca. 1647. Collectie · Rijksmuseum, Amsterdam.

Huwelijkspolitieke ‘koehandel’

Het is voor Amalia belangrijk dat haar kinderen goed terechtkomen. Voor ieder een ‘slim huwelijk’ arrangeren -de eeuwenoude manier om families te verbinden en macht te vergroten- is Amalia’s doel, want zij heeft dynastieke ambities te verwezenlijken. Door strategisch belangrijke echtgenoten voor haar adellijke kinderen te selecteren, breidt zij ook haar eigen invloed uit en behouden de Oranjes de gewenste positie temidden van de Europese vorsten. Echter, verschillende van hun kinderen stierven jong. Op dit portret is het stadhouderlijk echtpaar afgebeeld, tezamen met hun drie jongste dochters: Albertina Agnes, Henrietta Catharina en Maria. 

Toen de oudste dochter Louise Henriëtte haar ogen liet vallen op de protestantse prins Henri-Charles de la Trémoïlle verbood Amalia haar met hem te trouwen. Amalia vond de prins niet aanzienlijk genoeg, wimpelde hem af, en dwong haar dochter in het huwelijk te treden met keurvorst Frederik Willem I van Brandenburg, iemand die wel aan haar standaarden voldeed. Moeder ging ver om een huwelijk tussen Henri-Charles en Louïse te voorkomen. Zij brak, zo wil de overlevering, zelfs haar bureau open om de liefdesbrieven van het koppel in handen te krijgen. Ook haar zoon Willem II wist zij slim uit te huwelijken aan niemand minder dan de negenjarige Engelse koningsdochter, Maria Henrietta Stuart. Door deze slimme huwelijkspolitieke ‘koehandel’ versterkten de Oranjes de door Amalia zo gekoesterde plek temidden van de Europese vorsten.

Verlies, rouw en onzekerheid

Na de dood van Willem II besloten de afzonderlijke Statenvergaderingen geen nieuwe stadhouder aan te stellen: het Eerste Stadhouderloze Tijdperk was aangebroken. Dit besluit verzwakte Amalia’s politieke positie; toch wist zij goede relaties te bewerkstelligen en onderhouden met belangrijke personages zoals Johan de Witt. Willems dood noodzaakte Amalia te laten zien uit welk hout ze gesneden was. Zij probeerde uit alle macht de touwtjes op het politieke toneel in handen te houden. Ze verzekerde dat zij de gedeelde voogdij kreeg over de toekomstige stadhouder Willem III, die acht dagen na de dood van zijn vader was geboren. Diens geboorte zorgde voor de nodige spanningen tussen moeder en schoonmoeder. Amalia eiste dat de toekomstige stadhouder Willem zou heten, terwijl zijn moeder Maria pleitte voor de naam Karel. Amalia’s ambitieuze en niet zelden berekenende persoonlijkheid trok aan het langste eind. 

Ter nagedachtenis van haar overleden echtgenoot besluit de weduwe Amalia enkele jaren na zijn dood dit portret te bestellen voor zijn grafmonument. In 1650 sterft heel onverwacht ook haar zoon Willem II, een verlies dat Amalia naast rouw om een kind ook politieke onzekerheid brengt.

Al is haar positie tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk onzeker, zij blijft hoop op het herwinnen van macht houden. Dit schilderij laat dat zien. Op het doek is een vrouw met een anker te ontdekken: de personificatie van de hoop. Wie goed kijkt ziet ook dat de vrouw een takje Oranjebloesem vasthoudt dat natuurlijk het huis van Oranje symboliseert. Het is Amalia die zich zoals altijd inzet voor de belangen van haar familie, en het is in belangrijke mate dankzij haar dat het huis Oranje de vooraanstaande positie binnen de Europese aristocratie weet te behouden.

Allegorie op de nagedachtenis van stadhouder Frederik Hendrik (1584-1647), met een portret van zijn weduwe Amalia van Solms-Braunfels (1602-1675), 1654. Collectie · Mauritshuis, Den Haag.


Blijf op de hoogte van het laatste nieuws uit het Binnenhof en mis niets van de historische actualiteit!

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Dit vind je misschien ook leuk