Michiel de Ruyter, imperialistische dromen en een hardhandige heldendood

Met open armen verwelkomt Michiel de Ruyter (1607-1676) zijn oude jeugdvriend Jan Kompany. Zo’n vijftig jaar eerder was het dat die twee elkaar in Vlissingen leerden kennen, de een was bootsjongen, de ander een Afrikaan, tot slaaf gemaakt. Nu, een halve eeuw later, ontmoeten zij elkaar opnieuw, ditmaal in hun functies van admiraal respectievelijk stamhoofd. Het weerzien vindt plaats op het vasteland bij Goeroe, aan de westkust van Afrika.

Michiel de Ruyter en Jan Kompany, 1664. Johannes Hinderikus Egenberger (1837 – 1897). Collectie Amsterdam Museum. 

In de zeventiende eeuw worden zelden mensen van kleur in staatsieportretten opgevoerd, maar ze worden wel degelijk afgebeeld op in die tijd modieuze schilderijen; want hun donkere huid contrasteert zo mooi met de witte huid en laat de met hen afgebeelde Europese vrouwen goed uitkomen. Zo verhoogt de Afrikaanse bediende de status van de witte persoon. Op dit schilderij is dat echter niet het geval. De Afrikaanse man, hier te zien, is Jan Kompany over wie verder heel wat minder bekend is dan over zijn jeugdvriend De Ruyter. 

In biografieën van De Ruyter komt Kompany wel voor. Zo weten wij dat deze ontmoeting plaatsvond bij Goeroe, en dat zij elkaar kenden van hun jeugd in Vlissingen, waar Jan Kompany tot het christelijke geloof werd bekeerd.

Het schilderij is niet gemaakt in de tijd dat De Ruyter en Kompany leefden, het dateert uit de negentiende eeuw. In die eeuw en ook in de eerste helft van de twintigste eeuw speelden imperialistische dromen bij een groot deel van de Nederlandse bevolking. Helden uit de Nederlandse koloniale geschiedenis werden verheerlijkt en zij herleefden in boeken, prenten en schilderijen. De veroveringsreizen van Michiel de Ruyter kregen veel aandacht; vandaar dit schilderij van de held met zijn Afrikaanse vriend.

Michiel de Ruyter wordt dodelijk gewond in de slag bij Etna, 1676. Nicolaas Pieneman (1859 – 1863). Collectie · Amsterdam Museum.

De held kwam aan een hardhandig einde

Admiraal De Ruyter was al ver in de zestig toen hij gevraagd werd om Spanje, destijds Nederlands bondgenoot, te steunen in de strijd tegen de Fransen. Hij liet zich overhalen, ook al kreeg hij de beschikking over slechts een kleine vloot. De slag tegen de Fransen werd zijn noodlot. Chaos overheerste op de frisse lentedag in 1676 toen een Franse kanonskogel zeeheld Michiel de Ruyter dodelijk verwondde. Het schot verbrijzelde zijn linkerbeen en sloeg een deel van zijn linkervoet weg. 

De Ruyter was allesbehalve zeker geweest van zijn behouden terugkomst. In zijn dagboek staat te lezen dat hij bereid was zijn leven te wagen voor het vaderland. De zeeslag tegen de Fransen, bij Etna, werd zijn laatste gevecht, de zeventien gebrekkige Nederlandse schepen maakten geen kans tegen een Franse vloot van dertig goedbewapende oorlogsbodems. Even leek het erop dat zijn wonden goeddeels geheeld konden worden. De Ruyter zelf schreef nog aan zijn vrouw: ‘Het staat God lof met de wonden en de fracturen naar de tijd tamelijk wel …’. Echter, na enkele dagen bleek Gods lof toch niet voldoende en traden er infecties op die de dood van admiraal De Ruyter tot gevolg hadden. Hij stierf de heldendood.


Blijf op de hoogte van het laatste nieuws uit het Binnenhof en mis niets van de historische actualiteit!

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Dit vind je misschien ook leuk