Dansen op Lange Poten

Toen in 1935 het spel Monopoly op de markt kwam, was het vanzelfsprekend dat de Lange Poten opgenomen werd. Het was zelfs de duurste Haagse straat op het spelbord. Als je nu door deze straat slentert met leegstaande winkels en mogelijkheden voor een snelle snack kan men zich niet voorstellen dat hier ooit het chique hotel Central stond met aanpalend het restaurant The House of Lords, dat jarenlang een Michelinster mocht dragen.

Auteur | Christa van Zeggeren

Beeld bovenaan | Het Hotel Central aan de Lange Poten ca. 1890. Collectie · Haags Gemeentearchief.

In de jaren twintig van de vorige eeuw stonden er ouderwetse lantaarnpalen en in de lente bloeiden de Japanse kersen. Later oordeelde een commissie dat de straat te smal was voor bomen. Over bomen gesproken, de straat is vernoemd naar een met ‘willige poten’ (wilgenpoten of pootwilgen) beplant weggetje rond het Hof van de Graven van Holland.

Paard en wagen

Nadat in 1875 was besloten tot verbreding van de Lange Poten ontwikkelde de Haagse aannemer en projectontwikkelaar W. Doon een plan om de bestaande huizen te vervangen. Het plan bestond uit een groot gebouw in neorenaissancestijl met op de begane grond winkels en een grand-café (Grand  Hotel-Café du Passage). Aan beide kanten zou ruimte komen voor terrastafeltjes. De centraal geplaatste overdekte winkelpassage stond haaks op de Lange Poten en je kon er met een paard en wagen inrijden. De verdiepingen bestonden uit een hotel en woningen. Het gebouw, waarvan de bouw startte in 1879 en waarvan niet bekend is wie de architect was, sloot qua stijl mooi aan bij het door Cornelis Peters ontworpen Ministerie van Justitie uit diezelfde periode.

Beeld ↑ Lange Poten ansichtkaart Groete uit ’s Gravenhage – ex. 1902. Collectie · Haags Gemeentearchief.

In 1885 werd de huidige Haagse Passage gebouwd en veranderde de naam van het hotel-café in Hotel Central, mogelijk om verwarring te voorkomen. De eigenaar van het hotel, de Zuid-Hollandsche Bierbrouwerij (ZHB), zou later ook The House of Lords aan de Hofcingel overnemen. Het restaurant werd als dependance van het hotel gebruikt. Zo was er via een schuifdeur een doorgang naar de hotellobby. Het etablissement had zijn naam te danken aan de Engelse officieren die tijdens de Eerste Wereldoorlog in Den Haag geïnterneerd waren.

Luxe alom

Vanwege bouwtechnische en constructieve problemen besloot de directie van het hotel in 1911 het hotel te laten slopen. Vier jaar later volgde ook de winkelpassage. De winkelgalerij werd weggebouwd door de gevel aan de straatkant door te trekken. De Haagse architecten J. Mutters jr. en H.J. Dammerman ontwierpen in 1913 de nieuwbouw van het hotel in opdracht van de ZHB. De firma Nederlandsche Betonijzerbouw zorgde voor het ontwerp van de gewapende betonconstructie, in die tijd een vrij nieuw verschijnsel. Ook de gevels waren in beton gegoten. De voorgevel bekleedde men met bouwkeramiek van de aardewerkfabriek De Koninklijke Porceleyne Fles uit Delft, drie hoge koepels kroonden de gevel. Het gebouw werd gebouwd in een mengstijl van jugendstil (de balkonhekken) en art deco. De Amsterdamse kunstenaar M. Hack ontwierp de ornamenten aan de voorgevel.

Beeld ↑ Lange Poten, Hotel Central. Het restaurant ca. 1915. Collectie · Haags Gemeentearchief.

Hotel Central werd gebouwd als luxehotel. Veertig van de ruim honderd kamers hadden een eigen badkamer. Er was een terras met aan de ene kant de theesalon en aan de andere zijde een café. Achter dit terras lagen iets hoger gelegen de restauratie- en biljartzalen en de grote koffiehuiszaal. De pilaren in de biljartzaal, waar acht biljarts stonden, waren bekleed met stuccolin, een geluidwerende stof van gips met vlas. Dat was nodig omdat het ijzer in de betonconstructie het vertier in de biljartzaal anders meedogenloos tot in de logeerkamers boven zou voeren, schreef De Nieuwe Courant op 10 april 1913. Het zomerterras was zo gemaakt dat men het met vernuftig uitgedachte ramen elektrisch van de buitenlucht kon afsluiten waardoor een prachtige wintertuin met palmen ontstond. In de theesalon speelde tussen 15 en 17 uur een orkest. Tijdens deze thee-uren mocht er niet gerookt worden.

Nieuwe tijden

Mutters had in 1906 aan het Buitenhof ook Hotel De Twee Steden, ‘des Deux-Villes’, ontworpen, de huidige bioscoop Pathé Buitenhof. De uitstraling van dit (kleinere) hotel had nog meer grandeur, vergelijkbaar met Hotel des Indes. In 1941 werd op de Lange Poten de entree aan de linkerzijde van het pand verbouwd. Hiervoor werd het restaurant verkleind en de gehele begane grond opnieuw vormgegeven. De nieuwe interieurs werden door de firma Pander uit Den Haag ontworpen en uitgevoerd. De biljartzaal werd verbouwd tot danszaal, en ook het café en de serre kregen een nieuwe look. Hier vonden ’s middags de thé-dansants plaats.

Beeld ↑ Lange Poten, gezien naar het Plein, ex. 9-1910. Collectie · Haags Gemeentearchief.

In de eerste helft van de vorige eeuw was de Lange Poten een drukke straat. In 1953 moest zelfs eenrichtingsverkeer worden ingevoerd om de stroom in goede banen te leiden. Mensen mochten alleen vanuit het Spui de straat in. Aan de kant van het Plein hield een politieagent iedereen tegen die met auto of fiets de Lange Poten op wilde. In 1967 vond er een grote verbouwing van het hotel plaats in opdracht van d’Oranjeboom, de brouwerij waarmee de Zuid-Hollandsche Bierbrouwerij in 1960 was gefuseerd. Elke kamer werd uitgerust met een badkamer en twee grote daklichten met glas in lood werden afgebroken.

Het doek valt

In 1974 koopt het Rijk Hotel Central als uitbreiding voor de huisvesting van de Tweede Kamer. Hotel Central bleef in deze fase nog in bedrijf als hotel en werd in 1972 nog eens aangepast. Een deel van het pand werd verbouwd tot autoshowroom. In 1986 viel dan toch echt het doek voor het hotel: in dat jaar en het jaar erna werd Hotel Central geheel verbouwd om als kantoorpand voor Tweede Kamerfracties en ondersteunend personeel te gaan dienen. De hotelkamers werden kantoor- en vergaderruimtes. En alhoewel alle badkamers verdwenen, werd de verdere indeling nauwelijks aangepast. Op zich begrijpelijk, aangezien de meeste binnenwanden van beton waren. De voorgevel werd ontdaan van alles wat ornament was, met uitzondering van de ijzeren balkons die gehandhaafd bleven. Van het interieur bleef niets bewaard.

Beeld Lange Poten 2-6, gezien naar de Hofweg, ex. 4-4-1975. Collectie · Haags Gemeentearchief.

Ook The House of Lords, decennialang pleisterplaats voor filmsterren, industriëlen en ministers, moest de deuren sluiten. Het restaurant, dat zestien jaar lang een Michelinster droeg, had veel vaste bezoekers met een eigen vaste tafel, zoals de heren van de Slavenburg’s Bank. Ook veel buitenlandse gasten, denk aan Danny Kaye, Audrey Hepburn, Liberace en de familie Rothschild, passeerden de in een lange jas gestoken portier. Bekend was het verhaal van de Haagse dame die samen met haar hondje (met een diamanten afgezette halsband!) langskwam. Het hondje kreeg een kreeftje of ossenhaas met rijst voorgeschoteld. The House of Lords was niet alleen een eetgelegenheid, er kon ook gedanst worden. Tijdens het diner werden er zelfs lessen gegeven door een gediplomeerde dansleraar. In de avonduren gingen veel Hagenaars er een glaasje drinken na een bezoek aan de schouwburg. Er vonden regelmatig geplande, maar ook onverwachte muziekoptredens plaats.

Nieuwbouw en renovatie

Een van de weinige sporen uit het verleden is terug te vinden in het restaurant van perscentrum Nieuwspoort; hier vind je nog de vier zuilen bekleed met tegels van de Porceleyne Fles. Bij de renovatie en nieuwbouw in 1992 heeft architect Pi de Bruijn de gevels van de oude, naburige gebouwen, zowel Hotel Central als het voormalige ministerie van Justitie, geheel intact gelaten en als aanknopingspunt gebruikt voor de ingeweven nieuwbouw. Het ontwerp voor de huidige renovatie van gebouw H, zoals het voormalige hotel in Kamerkringen word genoemd, ligt in handen van Eric van Noord (Architekten Cie) en Camiel Berns (Berns Architectuur). Hopelijk nemen ze ook het tegelwerk van de gevel mee; in 2015 vielen spontaan enkele tegels naar beneden tussen het langslopende publiek.

Als er wat voorzichtiger met het interieur en de buitenkant van het gebouw was omgesprongen in de loop jaren dan zou de bouwhistorische waarde buiten discussie staan. De aanpassingen aan het interieur uit de jaren vijftig zijn een voorbeeld van wederopbouwarchitectuur. Een plaatsje op de monumentenlijst zou zeker niet ondenkbaar zijn.


Blijf op de hoogte van het laatste nieuws uit het Binnenhof en mis niets van de historische actualiteit!

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Dit vind je misschien ook leuk